Urineverlies

‘Nee hoor, ik ga echt niet op die trampoline staan. Dan plas ik in mijn broek!’ Urineverlies komt tijdens en na de zwangerschap ongeveer bij 1 op de 3 vrouwen voor. Best een grote groep hè? Gelukkig kan het weer herstellen. Maar dit gaat meestal niet vanzelf; er moet wel geoefend worden!

Goed om te weten is dat er verschillende vormen van urineverlies zijn. Twee ervan ga ik uitleggen want die komen het meeste voor in combinatie met zwangerschap.

Stress urine incontinentie

Urine verlies kan voorkomen tijdens bewegen: de urine wordt door een plotselinge hoge druk op de buik uit de blaas geduwd omdat de bekkenbodem zijn werk niet goed doet. Een bekkenbodem die zijn werk goed doet, sluit immers de plasbuis af en hoort de urine tegen te houden. Ook als er extra buikdruk is zoals bijvoorbeeld bij springen, hardlopen, of tijdens bukken, niezen of hoesten. Maar als de bekkenbodem niet meer goed werkt omdat hij bijvoorbeeld te laat of minder krachtig aanspant, dan verlies je ineens druppels of een scheutje of je hele blaasinhoud. Deze vorm van urineverlies wordt stress urine incontinentie of inspanningsincontinentie genoemd. Met stress wordt hier trouwens druk (vertaald uit het Engels) bedoeld en niet ‘psychische’ stress. Al besef ik heel goed dat je van deze klachten best psychische stress kan krijgen. Urineverlies kan er namelijk voor zorgen dat je bang bent dat anderen het kunnen ruiken of zien, ook moet je ineens rekening houden met bepaalde activiteiten en misschien inlegmateriaal gaan gebruiken. Niet leuk en het zorgt er soms voor dat vrouwen stoppen met de sport die ze juist altijd zo leuk vinden.

Urge urine incontinentie

Urineverlies kan ook voorkomen op het moment dat je ineens hevige aandrang krijgt. Je loopt snel naar het toilet om te gaan plassen en dan verlies je de urine al. Je blaas spant dus aan terwijl dat nog helemaal niet de bedoeling is. Hij mag pas aanspannen als je op het toilet zit. Deze vorm van incontinentie wordt urge urine incontinentie of aandrang incontinentie genoemd. Urge is ook een Engels woord en betekent drang, aandrang. Bij aandrang incontinentie zie je vaak een blaas die erg prikkelbaar is. Als de blaas dan gaat aanspannen (de blaas is ook een spier) heb jij er op zo’n moment niet echt meer controle over. Heel vervelend, want vaak lukt het dan niet meer om droog bij het toilet te komen. Dat zorgt er dan weer voor dat je de hele tijd in je hoofd bezig bent met je blaas, zeker als je van huis gaat. Want is er wel een toilet in de buurt waar je naar toe kan gaan als je ineens heel nodig moet? Zo is sporten of shoppen ineens niet meer zo leuk en ontspannen als voorheen.

Het kan trouwens ook zijn dat deze twee vormen van urineverlies tegelijkertijd voorkomen. De bekkenfysiotherapeut zal dan samen met jou gaan bepalen welke vorm je het meest hindert en daar de behandeling op inzetten.

De eerste weken na je bevalling kan de bekkenbodem zo enorm van slag zijn en zijn kracht kwijt zijn dat hij niks tegen kan houden. Zo verlies je niet alleen je urine maar bijvoorbeeld ook lucht uit je vagina of anus als je opstaat of bukt. Dat kan best schrikken zijn. Veel van deze klachten herstellen gelukkig in de eerste 6-12 weken na je bevalling.

Tijdens en na de zwangerschap zien wij het meest de stress urine incontinentie. Als je na 6 weken na je bevalling geen verbetering ziet van je klachten, blijf er dan niet mee rondlopen. Door bijvoorbeeld bekkenbodemoefeningen te gaan doen, herstel je echt beter. Je kan ook oefeningen doen tijdens je zwangerschap dus trek ook dan aan de bel. Het voordeel van samen oefenen met de bekkenfysiotherapeut is dat je dan zeker weet of je de oefeningen goed doet. De bekkenbodemspier is een kleine spiergroep en niet voor iedereen even makkelijk te vinden en te voelen. En het zou ontzettend balen zijn als je denkt dat je je bekkenbodem oefent, maar ondertussen je bilspieren aan het trainen bent….
Je moet de oefeningen wel een tijdje volhouden want hoe langer je ermee oefent, hoe meer controle je over je bekkenbodem en je blaas krijgt. Ongeveer 70% van de vrouwen komt door de oefeningen van haar klachten af. Heb je na een half jaar oefenen nog steeds veel last van je urine verlies? Dan zal de bekkenfysiotherapeut je doorverwijzen naar je huisarts want er zijn nog andere opties die goed kunnen helpen zoals medicijnen bij urge urine incontinentie of een doorverwijzing naar een gynaecoloog bij stress urine incontinentie.

Naast de bekkenbodemoefeningen zijn er nog een aantal dingen die je zelf kan doen. Ik zet er een aantal van voor je op een rijtje:

Blijf voldoende drinken: 1,5-2 liter per dag. Veel mensen met urineverlies gaan minder drinken, maar dit werkt vaak averechts. Door minder drinken wordt je urine namelijk veel geconcentreerder en geconcentreerde urine prikkelt je blaas juist nog meer.

Drink niet te veel koffie, energy drankjes, frisdranken, koolzuurhoudende drankjes en alcohol. Hier wordt je blaas nog actiever van.

Als je moet niezen of hoesten, nies of hoest dan niet naar voren in je handen, maar draai je bovenlichaam naar links of rechts en nies/hoest als het ware in je oksel. Zo vangt niet je blaas, maar je heupbot de meeste druk op. Scheelt enorm!

Heb je overgewicht? Probeer dan af te vallen. Een lager gewicht geeft minder druk op de buikholte waardoor je minder kans hebt op urineverlies.

Ga om de 2-3 uur plassen. En zorg ervoor dat je tijdens het plassen goed rechtop zit met een iets holle onderrug en je voeten plat op de grond. Zo plas je beter leeg. Laat je blaas het werk doen, je bekkenbodem hoort hierbij ontspannen te zijn. Ga dus niet persen, dit is echt niet nodig en kan zelfs op termijn urge urine incontinentie veroorzaken. Weetje: Je blaas hoeft na het plassen niet helemaal leeg te zijn. Als er een klein beetje urine achterblijft is dat echt niet erg. Pers dus niet het laatste beetje eruit. Beter is het om na het plassen het bekken een aantal keer voor- en achterover te kantelen om te kijken of er nog wat urine komt. Komt er niks meer, dan ben je klaar met plassen.

Zorg ervoor dat je ontlasting zacht blijft zodat je regelmatig naar het toilet kan voor ontlasting. Obstipatie (langer dan 2 dagen geen ontlasting hebben) kan namelijk urineverlies verergeren.

Tijdens het sporten kan het helpen een tampon te dragen. Deze geeft steun aan de plasbuis en kan zo helpen om de urine op te houden. Draag nooit continu een tampon! Er zijn speciale tampons ontwikkeld die wel langere tijd gedragen kunnen worden. Google maar eens op Efemia.

Liefs Marleen

Over Marleen

Ik ben sinds 2010 werkzaam in het Bekken en Bekkenbodem Zorgcentrum Leeuwarden (onderdeel van Fitaal). Daarvoor heb ik 10 jaar als psychosomatisch en algemeen fysiotherapeut gewerkt in zowel een particuliere praktijk als in het Medisch Centrum Leeuwarden. Vanaf 2010 ben ik mij als fysiotherapeut gaan richten op de bekken- en bekkenbodemproblematiek en heb ik o.a. de drie-jarige Master opleiding Bekkenfysiotherapie gevolgd in Amersfoort. Ik wil graag het verborgen vrouwenleed in het bekkengebied bespreekbaar maken. Door de zwangerschap en de bevalling heeft de bekkenbodem het wel even te verduren. Als je 6-8 weken na de bevalling nog (pijn)klachten hebt in de bekkenbodem, neem dan zeker contact op met een bekkenfysiotherapeut.

Alle blogs van Marleen →

Reacties op deze blog

Discussie zien we graag, maar wel met respect voor elkaar. Je kunt reageren met achterlating van je e-mailadres en je voor- en achternaam. Om de toegankelijkheid en leesbaarheid van de discussie te bevorderen geldt een maximale reactielengte van 400 woorden. Upload geen foto’s groter dan 500kb!

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *