Een dysforische toeschietreflex

Dag 5

Op dag 5 neem ik de zorg over van een collega.De dag waarop hormoonlevels pieken, schommelen en vaak zorgen voor mentale disbalans. Van lachen om niets, naar huilen om niets. De dag dat de kraamtranen het meeste vloeien. Het kan allemaal voorbij komen en soms ook niet. Als nieuw gezicht is het dan altijd even spannend in wat voor sfeer je binnenkomt.

Ik stap het appartement binnen waar mama net haar kindje wil gaan voeden. Het zelfstandig aanleggen gaat al vlot en het kindje drinkt ook goed. Aan de stuwing te zien is er genoeg melk. Terwijl het kindje aan de ene kant drinkt, zie ik de melk duidelijk lekken aan de andere borst. Ik opper een collector om dit op te vangen.

Plots zie ik een traan over mama’s gezicht rollen en hoor ik een kleine snik. Ik vraag aan haar wat er is en ze zegt dat ze dit wel vaker zo voelt als haar kleine meisje zo dicht bij haar is. Waarschijnlijk gewoon het intense gevoel van mama zijn, zo omschrijft ze het. Ach, dag 5. Het overkomt haar misschien nog wel vaker vandaag, denk ik bij mezelf. Ik leg haar uit wat er van binnen allemaal gebeurt in verschillende soorten hormonen die pieken of juist dalen tijdens het geven van
borstvoeding. Er gebeurt ook zo veel!

Niet veel later wanneer de hielprik wordt afgenomen en de kleine huilt, huilt mama collectief mee. Ik vertel mama dat de kleine meid vooral huilt, omdat haar voetje vastgehouden wordt en dat mama zich echt geen zorgen hoeft te maken. Die kraamtranen toch. Lekker laten lopen. Het zijn maar 3 uurtjes zorg op wens van het gezin. Dus mijn dag zit er al snel op.

Dag 6 en 7

Deze dagen zie ik een vrolijke mama. Soms heeft ze even een momentje van onzekerheid en dat er toch nog wat kraamtranen vloeien, maar ik maak me eigenlijk geen zorgen. Ze oogt energiek. Lacht en maakt grapjes. Ze wordt ook steeds meer mobiel. De stuwing blijft wel lang aanhouden, maar het is goed te doen door in de avond voor het slapengaan een keertje de druk er af te kolven. De kleine dame doet het ook goed en groeit mooi. Morgen lekker afsluiten, want het komt helemaal goed hier.

Dag 8

Papa opent de deur voor me en ik vraag aan hem hoe het gaat. “Helemaal prima hoor. Niks te klagen hier.”, is het antwoord dat ik krijg. Ik mag doorlopen naar de slaapkamer waar mama aan het voeden is.

Ik open de deur en zie mama huilend haar kindje voeden. Dit had ik niet verwacht en ik schrik er een beetje van. Na wat papa vertelde dacht ik een vrolijke mama aan te treffen. In het gesprek wat volgt vertelt mama me dat ze zich ook eigenlijk best prima voelt. Dat haar man daar ook echt gelijk in had toen hij me dat net zei. Soms overvalt haar dit overweldigende gevoel. Vooral wanneer haar kindje dicht bij haar is of wanneer het huilt.

Mijn hersenen maken overuren. Ligt hier nu toch een depressie op de loer die langzaam erin aan het sluipen is. Ik stel haar wat vragen als. “Wanneer heb je dat gevoel precies?” “Is het onmacht of onrust?” “Is het een leeg gevoel?” “Is het verdriet om iets anders waar je je zorgen om maakt?” Mama vertelt me dat ze zich gewoon even echt niet fijn voelt. Een beetje zwaar. Het duurt ook niet zo heel lang. Het komt wel goed, zo veronderstelt ze. Ik moet me maar geen zorgen maken.

Bij mij valt ineens een puzzel in elkaar. Ze heeft hier vooral last van bij het voeden en wanneer haar kindje huilt. Dat zijn hoogstwaarschijnlijk de momenten waarop ze een toeschietreflex krijgt. Met het huilen reageert het lichaam hier namelijk ook zodanig op. Haar borsten zijn al dagen flink gestuwd wat die toeschietreflex ooit nog sneller/vaker laat komen.

Een Dysforische toeschietreflex

Mijn gedachten gaan naar een D-tsr, een Dysforische toeschietreflex. Het komt niet vaak voor. Het wordt ook wel eens verward met een Postpartum depressie. Ik twijfel en weet ook niet zo goed hoe ik die conclusie hard kan maken, dus ik bel voor advies een lactatiekundige in het bijzijn van mama. De lactatiekundige hoort mijn verhaal aan en heeft nog één aanvullende vraag. Als die door mama wordt bevestigd kan ik mijn conclusie vaststellen. De lactatiekundige heeft direct een paar tips die wellicht wat verzachtend kunnen werken.

Wanneer je een D-tsr hebt, is dit meestal iets wat zal blijven zolang je borstvoeding geeft. Bij flinke stuwing, zoals bij deze mama, kun je het vaker ervaren omdat je ook vaker een toeschietreflex kunt krijgen. Het is niet iets dat voorbij gaat in het algemeen. Onderzoeken naar mogelijke oplossingen en de oorzaak ervan staan nog in de kinderschoenen. Je kunt er wel mee leren omgaan. Afleiding zoeken als in iets zoeken in de kamer met een bepaalde kleur of terugtellen in een andere taal. Een glas water drinken voor je gaat voeden of iets eten kan ook helpen. Voeding die de dopamine aanmaak bevordert is voeding die rijk is aan het aminozuur tyrosine. Tyrosine is namelijk een bouwstof voor dopamine. Eieren, noten, zaden, vlees, kaas en yoghurt dragen daaraan bij. Dit is dus het enige advies dat ik mama op dat moment kan geven. Wanneer het gaat overheersen, ze er tegenop gaat zien of het haar dag gaat beïnvloeden, is het wellicht toch het overwegen waard om het voeden af te bouwen. De kans is wel groot dat het minder intens wordt naarmate de stuwing minder wordt, de stuwing is nu nog continue aanwezig.

Opnieuw tranen bij mama, maar nu omdat ze zo blij is dat ze eindelijk weet waar dit gevoel vandaan komt, dit is het gevoel dat ze wel vaker heeft ervaren op momenten dat oxytocine piekte. Bijvoorbeeld tijdens het vrijen is deze waarde namelijk ook erg hoog, waardoor de verhouding met de dopamine verstoord kan raken. Ik spreek af dat ik over een tijdje een berichtje stuur om te vragen hoe het gaat.

Wanneer ik dat na enkele weken doe krijg ik het berichtje terug dat het iets beter is geworden. Ze heeft er nog wel last van, maar minder dan in de kraamweek. Ze weet nu ook waar het door komt, en dat het maar een momentopname is. Ze kan ondanks dat, toch nog genieten van de borstvoeding.

Hoe wordt een Dysforische toeschietreflex veroorzaakt?

Oxytocine, prolactine en dopamine zijn hormonen die een belangrijke rol spelen in het geven van borstvoeding. Behalve dat oxytocine en dopamine hormonen zijn, zijn het ook neurotransmitters. Simpel gezegd zijn neurotransmitters signaal stofjes. Een soort boodschappers in je hersenen.

Tijdens het voeden wordt de melk op een moment van een toeschietreflex in de melkgang gestuwd. Het hormoon oxytocine geeft hiervoor een seintje naar de hersenen waar het hormoon prolactine actief wordt. Prolactine zorgt ervoor dat de melkproductie op peil blijft. Om dat te bereiken moet je dopamine wat dalen in je bloed. Genot, aandacht, stemming en motivatie worden door dopamine beïnvloed. Wanneer deze te sterk of te snel daalt, spreken we van een verstoorde dopamineactiviteit en hierdoor kan het dus voorkomen dat je je even ellendig gaat voelen. Dit is op het moment net voor je toeschietreflex en kan een minuut tot een aantal minuten aanhouden. Wat je dan ervaart varieert van een lichte zucht en gevoel alsof er wat knapt, tot aan extreme angsten, boosheid, verdriet en meer. Anders dan bij een postpartum depressie waar het zwaarmoedige gevoel als een deken over je heen hangt gedurende de dag. Weten waar het door komt en dat het tijdelijk is helpt vaak al enorm.

Herken je dit? Vraag dan hulp of advies bij een lactatiekundige. Zij kan je gericht advies geven.

 

 

Liefs Marly

 

Bedankt kraamzus Marly voor je blog over Dysforische toeschietreflex.

Liefs KraamZus

Reacties op deze blog

Discussie zien we graag, maar wel met respect voor elkaar. Je kunt reageren met achterlating van je e-mailadres en je voor- en achternaam. Om de toegankelijkheid en leesbaarheid van de discussie te bevorderen geldt een maximale reactielengte van 400 woorden. Upload geen foto’s groter dan 500kb!

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *