Eén van de zinnen die ik het meest hoor wanneer mensen mijn hulp in roepen als draagconsulent is de volgende:
‘Mijn baby is alleen maar stil als ik het bij me heb. Zodra ik het wegleg begint het te huilen.’
Wees gerust: biologisch gezien reageert je kindje volkomen normaal en wel om de volgende redenen. Bij jou kan het zich goed warm houden, is er voeding binnen mondbereik en zit het beschermt. Kortom, door bij je te zijn vergroot je baby zijn kans om te overleven.
Hieronder leg ik uit waar deze behoeftes vandaan komen, zodat je je baby hopelijk nog een beetje beter kan begrijpen. Mijn ervaring als moeder van twee kinderen, waarvan er één twee jaar lang ontzettend veel gehuild heeft, is dat het moederlijke leven er een stuk gemakkelijker op wordt wanneer je weet dat je gevoel je niet zo snel voor de gek houdt. Het dragen van je kindje kan je met een gerust hart doen, zonder daarover een schuldgevoel te hebben: mensen zíjn biologisch gezien dragers.
Het vierde trimester
Het is gemakkelijker om je huilende of ‘plakkende’ baby te begrijpen, wanneer je beseft dat we vanuit biologisch oogpunt gezien dragers zijn en onze baby’s daar hun instincten ook naar hebben.
Je baby ziet het levenslicht nadat je het negen maanden in je baarmoeder hebt gedragen. Rond negen maanden past het, in verhouding grote, hoofd nog goed door je bekken heen in de meeste gevallen. Je kindje is na negen maanden alleen nog niet voldragen! Om onder andere het zenuwstelsel en verteringsstelsel verder te laten ‘afrijpen’ heeft je kindje nog ongeveer drie maanden extra intensieve verzorging nodig: het vierde trimester.
Dit vierde trimester krijgt een baby in de meeste landen automatisch, omdat hun moeder hen vanaf dag één na de geboorte continue bij zich heeft in een draagdoek of door een andere draagmethode te gebruiken. De belangrijkste dingen voor een baby zijn warmte, voeding en bescherming. Dichtbij mamma kan de baby zich goed op temperatuur houden, is er altijd voeding beschikbaar en zo is de baby bovendien beschermt voor gevaar van buitenaf. Het oerinstinct zegt nu eigenlijk: ‘Gebruik je energie maar lekker om te groeien, want je bent veilig.’
In westerse landen brengen baby’s gemiddeld ongeveer 30% van hun tijd bij mamma door. Dit komt mede doordat we een heel arsenaal aan middelen hebben waarmee we onze baby’s ook ‘los’ van ons warm kunnen houden, kunnen voeden en bescherming kunnen bieden. Dat wil niet zeggen dat je baby zich hier ook naar gedraagt! Het oerinstinct zit zo diep in onze hersenen verankert dat een paar 100 jaar wandelwagens daar geen verandering in kan brengen.
In andere landen, bijvoorbeeld in een groot deel van Afrika en Zuid-Amerika, krijgen baby’s van nature een vierde trimester: maar liefst 90% van hun tijd brengen deze baby’s bij hun mama door. Onder andere doordat hun moeders hen dragen, maar ook doordat ze ’s nachts bij hen in de buurt slapen. Dat is eigenlijk precies zoals de natuur het bedoeld heeft.
Dat een baby behoefte heeft aan een vierde trimester dichtbij mamma is zelfs zo duidelijk dat er is aangetoond dat ‘westerse’ aandoeningen als (verborgen) reflux, darmkrampjes en excessief huilen (huilbaby’s) amper voorkomen in landen waar een baby veel gedragen wordt. Al deze aandoeningen zijn een logisch gevolg van de onrijpheid van het zenuwstelsel en het verteringsstelsel van je baby. Een gedragen baby huilt de eerste drie tot vier maanden 56% minder dan een baby die niet gedragen wordt.
‘Maar verwen ik mijn baby niet wanneer ik het altijd draag?’
Je baby weet niet dat hij in Nederland is geboren (waar we cultureel gezien momenteel niet dragen) en niet in Indonesië, Zuid-Amerika of Afrika (waar we cultureel gezien wel dragen).
De eerste drie tot vier maanden is dragen een biologische behoefte van je kindje. Het antwoord op de mogelijkheid tot verwennen is dus ‘nee.’ Voel je niet schuldig wanneer je baby alleen dichtbij je slaapt en je je baby veel draagt.
Als moeder van twee kinderen en als draagconsulent die inmiddels heel wat huishoudens van dichtbij heeft mogen zien, kan ik daarop nog aanvullen dat het per kindje verschillend is of het wel of niet in zijn eigen bedje slaapt.
Mijn oudste zoon van 3,5 jaar droeg ik vanaf de geboorte zo’n 50% van de tijd. Hij slaapt nog altijd bij ons op de kamer (weliswaar in zijn eigen bed). Mijn jongste dochter van bijna 2 jaar heeft de eerste vier maanden van haar leven in de draagdoek gewoond. Ze slaapt pas sinds anderhalve maand weer bij ons op de kamer. Vanaf vier maanden was zij namelijk prima tevreden op haar eigen kamer.
En elders? Op het kinderdagverblijf slapen ze beiden prima. Natuurlijk gaat dat met vlagen anders, zoals bij elk jong kind. Wanneer ze bij opa en oma zijn slapen ze in het grote bed. Ook daar gaat het allemaal ‘volgens het boekje’. Thuis zijn ze het liefst bij ons in de buurt.
Samengevat
Je zal merken dat je je kindje de eerste maanden erg veel – of misschien continue – bij je draagt. Naar mate je kindje ouder wordt, draag je het steeds minder. In andere gevallen draag je je kindje nog erg vaak, omdat je broer of zus van school haalt. Soms stopt het dragen op het moment dat je kindje begint te lopen. Andere kinderen zijn minder eigenwijs en vinden het dragen als ze ouder zijn nog steeds erg prettig. Elk kind is anders. Volg je kind en je gevoel. Jij kent je kind het best.
Trees Blom
Draagconsulent – Achterhoek, de Liemers en Arnhem e.o.